Stress is goed én stress is slecht.

Goed, want je hebt het nodig om in actie te komen. Zelfs voor de allersimpelste dingen heb je er een beetje van nodig. Tegelijkertijd is het slecht, omdat er afvalstoffen vrij komen, er schade aan weefsels ontstaat en systemen uit balans raken.

Er is wel een nuance: stress is alleen slecht als het te lang duurt, als het te veel is.
Want van een beetje stress kan je nog wel herstellen.

MITS je er de tijd voor neemt.

Doe je dat niet? Dan blijft er wat schade achter.
Sorry, geen tijd meer om het op te ruimen…
En… door!

Chronische uitsteller?

Dat er nu wat herstelschuld is, voel je niet meteen hoor.
Je functioneert niet meer optimaal, maar ach, dat valt niet echt op.
Ja, je bent misschien wat eerder moe.
En ’s avonds is er niet veel energie meer over.
Maar dat zie je dan wel weer. En het hoort erbij toch?
Je kan een beetje opgebouwde herstelschuld best ’s avonds nog wel wegwerken.
Een goede nachtrust er overheen en je bent weer klaar voor de dag.
Maar ben je een chronische uitsteller van hersteltijd?
Dan kan er makkelijk wat herstelschuld achterblijven.
Steeds een beetje meer.

Onwetende kikker

En word je net zo’n kikker in een pannetje water.
Op het vuur.
Die langzaam opwarmt en het niet door heeft.
Tot het te laat is.

In jouw geval: tot je ineens overvallen wordt door, ik noem maar wat, een burn-out.
Of een hyperventilatie (al-dan-niet-met-paniek) aanval.
Ineens? Nou, zo ineens was het natuurlijk niet. Maar het voelt wel zo.

In balans met de stress paradox

Wil je in balans blijven met deze stress paradox?
Dan is het toverwoord: hersteltijd.
Hersteltijd die we onszelf zo vaak niet gunnen.
Maar omdat jij die kikker niet wilt zijn, nu wel!
Geeft je lichaam waarschuwingssignalen?
Tijd voor herstel!

= rust
= pauze
= naar buiten
= afstand nemen van je werk
= fysiek en mentaal ontspannen, liefst tegelijkertijd (maar daar heb ik het een andere keer wel over ;-))