Twee redenen.

1.
Omdat je dan incheckt bij jezelf. Je verstevigt je ‘lijntje’ naar binnen.
Signalen uit je lichaam ga je daardoor eerder opmerken.
En je merkt gelijk op hoe het nu met je is.

2.
Micromomentjes rust zijn ook belangrijk omdat je dan even je voet van het gaspedaal haalt.
Waardoor je een adempauze hebt.
En een beetje kunt opladen.

Inchecken bij jezelf en je voet van het gaspedaal halen, geven je de ruimte om te luisteren naar je lichaam in plaats van als een malle door de dag te hollen.
Je hoofd achterna.
Alles waarvan je vindt dat moet gebeuren.
Alles wat jouw aandacht nu opeist.

1 + 2 = beter voelen, beter kiezen
In een micromomentje rust kun je besluiten wat werkelijk belangrijk is.
Geef je de signalen uit je lichaam een duidelijker stem.
En kan je beter kiezen.
Doorhollen?
In een rustiger tempo doorgaan?
Een langere pauze nemen?
Even wat anders doen?

Gewoonte
Ik heb er een gewoonte van gemaakt om regelmatig een kleine minipauze te nemen, een micromomentje rust, een korte ‘check-in’: ik richt mijn aandacht dan even naar binnen en ik check als het ware in bij mezelf.

En ik neem waar.
Wat ik merk in mijn lichaam. De geluiden om mij heen. Een gedachte. De zon op mijn huid. Genieten. Een gedachte. De koele stenen onder mij. Mijn adem die rustiger wordt. Zwaarder zitten. Kinderen die spelen. Een gedachte.
En steeds breng ik mijn aandacht op een vriendelijke manier weer terug.
Naar binnen, naar mezelf, naar wat ik in het nu in mijzelf kan waarnemen.

Als het druk is in je hoofd met gedachtes
Wist je dat deze manier van aandacht naar jezelf brengen, je helpt om met steeds meer compassie naar jezelf te kijken?
Dus steeds als je merkt dat er een gedachte tussendoor opkomt, niet gewoon je aandacht terugbrengen, maar op een VRIENDELIJKE manier.

In plaats van jezelf te bekritiseren dat je aandacht weer is afgeleid.
Naar iets buiten je.
Naar een gedachte.
Dat je het niet goed doet.
Dat het je niet lukt.
Dat je het niet kan.

Het hoort erbij, dat gedachtes soms oppoppen. Dat je je ineens in een gedachtentreintje bevindt.
Oók in een micromomentje rust gebeurt dat.

Het feit dat je het opmerkt en het feit dat je je aandacht weer terug brengt naar het nu in dit micromomentje, daar gaat het om.

Zo train je je aandacht om gedachtes op te merken.
Je traint je aandacht, en dat JIJ die kan richten.
Jij, dat is jouw ‘ZELF’, de waarnemer van gedachtes, emoties en je lichaam.
Je bent deze geen van alle, je neemt het simpelweg waar.

Door niet mee te gaan in gedachtes op het moment dat je ze opmerkt, maar steeds je aandacht vriendelijk terug te brengen naar het nu, naar de signalen in je lichaam, naar dat wat jij in het nu kunt waarnemen, word je steeds meer de neutrale waarnemer, geduldig en vriendelijk.
Wordt het rustiger in jou.

En kijk je met steeds meer compassie naar jezelf.